15 jaar is hij, bijna 16. Met tussenpozen komt hij al een tijd bij mij. Eerst als jongetje, heel jong en onzeker en later als een lange puber.
Zijn ouders zijn jaren geleden gescheiden. Een heftige scheiding en nog steeds kunnen deze ouders niet met elkaar door 1 deur. Zegt de een JA, dan zegt de ander NEE, en andersom. Altijd is er gedoe, over spullen, over geld, over de kinderen. En altijd wijst de een naar de ander, want die heeft het fout gedaan. Ook weten beide ouders diverse verhalen uit het verleden er bij te halen waarin ze elkaar als incompetent en onbetrouwbaar afschilderen.
Deze jongen zit klem. Opvallend is dat hij het best “goed” doet. Dat wil zeggen, school gaat goed, hij heeft leuke vrienden, sport met regelmaat en houdt zich aan de door zijn ouders gestelde regels. De ideale zoon. Een zoon die alles doet zoals het moet, niet protesteert, zich telkens weer aanpast aan datgene wat zijn vader of moeder van hem vraagt. Ik heb ouders meerdere keren gewezen op het feit wat “klem zitten” voor een kind betekent. Dat je telkens weer moet horen dat je vader/moeder slecht is en je je telkens weer moet aanpassen aan de wensen/regels/normen en waarden van de ouder waar je op dat moment bent. Dit heeft gevolgen voor later. Deze jongen loopt al jaren deuken op. Deuken die niet zomaar weg te werken zijn.
En nu zit hij weer tegen over mij. Ik luister naar zijn verhalen, over problemen met zakgeld, kleedgeld, bijbaantje, laptop, verjaardag en mobiel. Hij vertelt me hoe zijn beiden ouders hierover denken, hoe ingewikkeld het is om dingen te regelen zoals een nieuwe mobiel. Hoe in alles zijn ouders tegenover elkaar staan. En hij er tussen in. De pijn die hij telkens weer voelt, omdat hij van beiden houdt. Hij voelt zich soms verscheurd. Hij durft weinig tegen zijn ouders te zeggen, probeert soms nog wat te bemiddelen maar haakt dan al snel af omdat hij weet dat het geen zin heeft. Hij slaat niet met de vuist op tafel, verheft niet zijn stem, laat niet zijn tranen zien, gaat niet spijbelen en vlucht niet in roken/drinken/blowen. Nee, zo is deze jongen niet. Hij is lief en volgzaam, soms te.
We plannen een gesprek met zijn beide ouders en bereiden het samen voor. Hij vindt het spannend, heel spannend maar wil er wel voor gaan. Tijdens het gesprek een week later gooit hij er alles uit. Hij vertelt waar hij last van heeft en wat het hem doet. Hij laat zijn boosheid zien maar ook zijn diepe grote verdriet. Met behulp van duplo-poppetjes ondersteun ik zijn verhaal en de betekenis hiervan. In eerste instantie komen zijn ouders met ontkenningen en wijzen ze opnieuw naar elkaar. Als de jongen zijn tranen laat zien wordt het stiller. Hij zit ineen gedoken en kan niet stoppen met huilen. Ook bij beide ouders verschijnen tranen in hun ogen. Dit is niet wat zij willen. Dit is niet wat zij voor hun zoon wensen. Allebei willen ze dat hij gelukkig is, dat hij het fijn heeft, dat hij zich kan ontwikkelen en genieten van het leven. Moeder loopt naar haar zoon toe en knuffelt hem. Vader pakt over de tafel de hand van de jongen en houdt die een tijd vast. Ik pak opnieuw het lijstje erbij en noem de punten die besproken moeten worden. Ouders zijn milder en er komt beweging. Ze vinden het nog moeilijk om elkaar aan te kijken maar beiden staan ze minder op hun strepen en wordt er gemakkelijker ingestemd. De jongen kijkt me aan en ik zie dat hij bijna niet durft te geloven wat er gebeurd. Als alle afspraken zijn gemaakt bedankt hij ze. En zegt hoeveel dit gesprek voor hem heeft betekent. Samen vertrekken ze, ik hoor ze lachen.
Nu komt het moeilijkste stuk, zullen deze ouders zich houden aan de afspraken die zijn gemaakt? Of zullen ze terugvallen in hun oude patronen? Een ding is zeker, deze jongen heeft zich kunnen uiten en heeft ervaren dat er naar hem werd geluisterd. Echt geluisterd.