Toen ze voor het eerst bij me kwam, dacht ik meteen; Wat een mooi meisje.
Vol vertrouwen stapte ze bij me binnen. 4 jaar oud, bijna 5. Nog heel jong dus.
Ze geeft me een hand, zegt dat ze Saar heet en kijkt in het rond. We praten over de dingen waar ze blij van wordt. Van K3! Daar is ze dol op. Ze weet me alles over K3 te vertellen en hoopt zelf later ook een zangeres van K3 te worden. Op mijn vraag waarom ze bij mij komt, antwoordt ze dat haar papa en mama gescheiden zijn en dat ze er veel last van heeft. Ik verbaas me over haar sterke communicatie. Hier zit een slim, wijs meisje voor me.
Saar vertelt dat haar papa boos is op haar mama. Hij zegt dat mama al zijn geld bij de bank heeft opgehaald. En dat hij nu bijna geen geld meer heeft. Toch doet hij nog wel af en toe leuke dingen met haar en haar broertje. Ze kijkt me vragend aan. Ik zeg dat ik haar zorgen begrijp en dat ik niet weet hoe papa en mama het geld verdeeld hebben, maar dat papa niet tegen Saar moet zeggen dat mama al zijn geld heeft gepakt. Ook leg ik haar uit dat geld een “grote-mensen-zaak” is. Niet iets waar kleine meisjes zich mee bezig moeten houden. Ik teken 2 cirkels, In de bovenste teken ik een groot poppetje en zeg dat dat de “grote-mensen-zaken” zijn. In de onderste teken ik een klein poppetje, wat betekent dat dat de “kleine-mensen-zaken” zijn. En er tussen zet ik met een stift een dikke streep. Dit betekent dat die 2 zaken niet door elkaar heen moeten lopen. Kinderen mogen altijd alles vragen. Maar papa’s en mama’s hoeven niet altijd op alles antwoord te geven omdat kinderen voor sommige dingen te jong zijn.
Saar zegt dat haar vader telkens weer verteld dat haar mama een vriend heeft. En dat die bij mama komt als Saar boven ligt te slapen. Van moeder had ik al gehoord dat Saar met regelmaat ’s avonds haar bed uit kwam. Om te checken of er beneden een man op de bank zit. Als Saar aan haar moeder vraagt of ze een vriend heeft, zegt moeder heel nadrukkelijk dat dat niet zo is. En mocht er wel een vriend komen, dat moeder het dan aan Saar zal vertellen. Saar vindt het niet fijn dat papa zo over mama praat. Ze wordt er verdrietig van.
Aan de hand van het boek “Kamil, de groene kameleon” teken ik een blauwe cirkel (dat is papa) en een gele cirkel (dat is mama). De cirkel die eronder teken is groen (dat is Saar want blauw en geel samen is groen). Als blauw/papa slechte dingen zegt over geel/mama dan wordt groen/Saar daar verdrietig van. Want in Saar zit ook geel. Dat klopt zegt Saar, want ik krijg er tranen en buikpijn van. Zou geel/mama iets slechts over blauw/papa zeggen, dan zou dat ook zo voelen. Saar knikt.
Ik pak een rol papier, scheur een groot stuk eraf en laat haar haar ouders tekenen. Ze tekent papa helemaal links en mama helemaal rechts. Als ik haar vraag om zichzelf te tekenen, twijfelt ze. Dan besluit ze om zichzelf en haar kleine broertje in het midden te tekenen. Wat dat is het eerlijkst, zegt ze. Daarna vertelt ze over wat ze wel en niet fijn vindt bij haar vader en haar moeder. Zo vindt ze dat haar moeder te vaak moppert. En dat ze dat minder moet gaan doen. Ik schrijf het erbij. Het is een geweldige tekening geworden. Saar is trots op haar tekening. Ik herhaal wat er bij haar tekeningen staat en ze bevestigt dat het allemaal klopt.
Ik rol het papier op, doe er een elastiekje omheen en geef ‘m aan haar. Trots loopt ze naar de wachtruimte waar hij moeder en haar kleine broertje zijn. Ze houdt de rol omhoog en roept dat ze een tekening heeft voor papa en mama. Een paar dagen later stuur ik beide ouders een mail waarin ik uitleg wat Saar me mij heeft gedeeld (Saar had hier mee ingestemd). Ook mail ik wat schadelijk en pijnlijk is voor een kind en wat een kind nodig heeft. Moeder reageert op mijn mail, van vader hoor ik niets.
Na een maand zie ik Saar weer. “Het heeft geholpen, zegt ze blij. Papa zegt geen slechte dingen meer over mama”. Ze vertelt dat ze samen met papa naar haar tekening heeft gekeken. In eerste instantie had vader gezegd dat hij nooit iets slechts over moeder zei. Gesterkt door haar tekening heeft Saar haar vader toen heel duidelijk gemaakt dat dat wel zo was. Volgens Saar deed hij dat bijna iedere dag als ze bij hem was. Ook had ze hem, aan de hand van 4 gezichtjes die ik altijd mee geef, laten zien dat het haar verdriet deed, iedere keer als hij iets slechts over haar mama zei. Dan zegt ze met een grote lach: “Papa wil niet dat ik verdrietig ben, dus heeft hij mij beloofd om niets slechts meer over mama te zeggen. En hij heeft het niet meer gedaan”!
Daarna ratelt ze verder over allerlei andere leuke dingen die haar bezig houden. Wat fijn dat deze vader naar zijn dochter wilde luisteren. Saar kan weer huppelend verder.