Grenzen aangeven

Als klein meisje, oudste kind, heb ik niet geleerd om mijn grenzen aan te geven.
Ik richtte me op anderen, wat zij (bijvoorbeeld mijn ouders) nodig hadden.
Ook later was grenzen aangeven vaak een behoorlijke klus.
Want als ik wist, als ik voelde, dat ik daarmee een ander “pijn” zou doen of zou teleurstellen, dan stelde ik geen grens, een vage grens of ik trok me terug.
In mij zat ook zoiets van “grenzen stellen is egoïstisch” en “wie ben ik om te zeggen dat ik iets niet wil wat voor een ander wel belangrijk is”.

Inmiddels kan ik zeggen dat ik steeds beter mijn grenzen aan kan geven, maar toch kan ik me soms nog “klem” voelen, vooral als het om iets gaat met iemand waar ik van houd.
Wat ik dan ga doen is schrijven. 10 minuten schrijven (soms meerdere keren), in een snel tempo, zonder te stoppen laat ik de woorden uit mijn pen stromen.
Tijdens het schrijven stel ik mezelf vragen die ik meteen beantwoord. Om zo steeds een laagje dieper te gaan en te onderzoeken wat er zich in mij afspeelt.
Want door mezelf beter te leren kennen, te leren begrijpen mag/kan ik ook milder zijn naar mezelf toe.
Door te ontdekken waar mijn reactie, mijn gevoel vandaan komt, waar het mee raakt (vaak het verre verleden) wordt duidelijker wat van vroeger is en wat van nu.

Nog steeds is er heel soms die “kleine Yvonne” die het zo graag goed wil doen voor anderen. Maar steeds meer ook de “grote Yvonne” die bij zichzelf incheckt wat goed is voor haar, wat zij wil, wat zij niet wil, wat zij nodig heeft, waar haar grens ligt en dit dan ook uitspreekt.
Grenzen aangeven heeft te maken met houden van jezelf.

Hoe geef jij je grenzen aan?
Naar je kinderen, je (ex-) partner, je vader, je moeder, je familie, je baas, je vrienden/ vriendinnen?
Geef je je grens aan om je gelijk te krijgen?
Of omdat je niet wil toegeven aan de ander?
Of omdat je geraakt bent en vanuit dat gevoel reageert?
Of omdat je jezelf wilt beschermen?
Of misschien zou je heel graag meer je grenzen aan willen geven maar weet je niet hoe?