Zijn wie je echt bent

Sara zegt dat het wel oké is.
Dat ze haar moeder minder ziet, nu haar moeder bij haar nieuwe partner woont.
En dat ze het niet erg vindt dat haar vader veel werkt en zij veel alleen thuis is.
Ze heeft vaak huiswerk en trouwens ze is niet alleen, Bobbie de hond is er ook.

Voor me zie ik een lieve, zeer loyale 16 jarige.
Ze vertelt me dat haar moeder een jaar na de scheiding verliefd is geworden op Bram.
Maar Bram woont in Utrecht, waar hij ook werkt.
De moeder van Sara heeft Sara gevraagd of ze het erg vindt als zij verhuist naar Utrecht.
Ook heeft ze Sara gevraagd om mee te gaan.
Sara ziet hoe gelukkig haar moeder is samen met Bram.
En nee, zij zelf wilde niet mee. Ze heeft hier haar school, vriendinnen en hockey.

Dus is ze nu veel alleen.
Sara zorgt voor zichzelf. Ze kookt en zorgt dat ze haar spullen opruimt.
Ook weet ze hoe de wasmachine werkt.
Haar vader legt meestal geld op tafel, zodat Sara boodschappen kan doen.

Als ik vraag hoe het echt met haar gaat, of ze gelukkig is, is het even stil.
Ik denk van wel, zegt ze.
En dan komen de tranen.
Van het gemis.

Want ook al is ze “al” 16 jaar.
En heel zelfstandig, ze is ook nog een kind.
Een kind die haar ouders nodig heeft.
Ouders die haar vragen stellen, interesse tonen.
Ouders die haar knuffelen en zeggen hoe trots ze op haar zijn.
Ouders die haar troosten als ze verdrietig is.
Ouders die met haar lachen, samen koken of samen die ene mooie film kijken.
Ouders die soms moeilijk doen, regels stellen omdat ze haar willen beschermen.
Ouders die er gewoon zijn.

Sara wil haar ouders niet tot last zijn.
Eigenlijk cijfert ze zichzelf weg.
En dat worden de doelen van mijn begeleiding;
Zeggen wat je denkt, wat je wilt, wat je voelt en waar je last van hebt.
Opkomen voor jezelf.
Grenzen aangeven.
Zijn wie je echt bent.