
Cato, 9 jaar:
“Mijn vader heeft zijn huis moeten verkopen omdat hij nog maar weinig geld heeft.
Mijn moeder zegt dat als er iemand veel geld heeft, het mijn vader is.
Ik weet niet meer wie ik moet geloven.
Ik weet niet wie ik kan vertrouwen.
Het voelt zo verwarrend”.